Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Toen zeiden zijn broeders tot hem: [11]Zult gij dan ganselijk over ons regeren: zult gij dan ganselijk over ons heersen? Zo haatten zij hem nog te meer, om zijn dromen en om zijn woorden. 11. Of, zekerlijk. Hebr. zult, of, zoudt gij regerende regeren? en zo in het vervolg, heersende heersen, Jozefs broeders dulden dezen droom op zichzelven gelijk de Midianieten, Richt.7:13.